Paniekstoornis is een chronische aandoening die doorgaans gepaard gaat met aanzienlijke distress en invaliditeit. Naast het acute leed dat gepaard gaat met de paniekaanval zelf, leidt de stoornis vaak tot verontrustende anticiperende angst en fobische vermijding. Getroffen personen ervaren aanzienlijke beperkingen in sociaal en beroepsmatig functioneren, een groot gebruik van medische middelen, functiebeperking, vroegtijdige sterfte en vermindering van de algehele kwaliteit van leven. Paniekstoornis is vaak comorbide met andere aandoeningen, met name depressie, evenals alcohol- en ander middelenmisbruik, en andere angststoornissen waaronder sociale fobie, gegeneraliseerde angststoornis, obsessieve-compulsieve stoornis en posttraumatische stressstoornis. Een aantal farmacologische middelen en cognitieve gedragsbehandelingen zijn effectief gebleken bij de behandeling van paniekstoornis, waarbij de selectieve serotonine heropname remmers (SSRI’s) de eerstelijns farmacotherapie voor deze aandoening zijn geworden. De SSRI sertraline blijkt niet alleen effectief te zijn in het verbeteren van de symptomen van paniek, maar ook in het verminderen van anticiperende angst en het verbeteren van meerdere aspecten van de kwaliteit van leven. Voor patiënten die geheel of gedeeltelijk symptomatisch blijven ondanks adequate eerstelijnsbehandeling, zijn er verschillende strategieën in opkomst voor de behandeling van refractaire aandoeningen. Wij geven een overzicht van de prevalentie, presentatie en geassocieerde complicaties van paniekstoornis, bekijken de therapeutische opties en bespreken de behandeling van refractaire patiënten.