Causal Agent:
Er bestaan vele soorten Cryptosporidium die mensen en een groot aantal dieren infecteren. Hoewel Cryptosporidium parvum en Cryptosporidium hominis (vroeger bekend als C. parvum antroponotisch genotype of genotype 1) de meest voorkomende soorten zijn die ziekte bij de mens veroorzaken, zijn infecties door C. felis, C. meleagridis, C. canis, en C. muris zijn ook gerapporteerd.
Life Cycle
Gesporuleerde oöcysten, die 4 sporozoieten bevatten, worden door de geïnfecteerde gastheer uitgescheiden via de feces en mogelijk via andere routes, zoals afscheidingen van de luchtwegen (1). Overdracht van Cryptosporidium parvum en C. hominis vindt voornamelijk plaats door contact met besmet water (bijv. drinkwater of recreatiewater). Af en toe kunnen ook voedingsmiddelen, zoals kipsalade, dienen als vehikel voor overdracht. Veel uitbraken in de Verenigde Staten hebben zich voorgedaan in waterparken, gemeenschappelijke zwembaden en kinderdagverblijven. Zoönotische en antroponotische transmissie van C. parvum en antroponotische transmissie van C. hominis vinden plaats door blootstelling aan besmette dieren of blootstelling aan water dat besmet is met uitwerpselen van besmette dieren (2). Na opname (en mogelijk inhalatie) door een geschikte gastheer (3) treedt excystation (a) op. De sporozoieten komen vrij en parasiteren op epitheelcellen (b, c) van het maagdarmkanaal of andere weefsels zoals de ademhalingswegen. In deze cellen ondergaan de parasieten een ongeslachtelijke vermenigvuldiging (schizogonie of merogonie) (d, e, f) en vervolgens een geslachtelijke vermenigvuldiging (gametogonie) waarbij microgamonts (mannelijk) (g) en macrogamonts (vrouwelijk) (h) worden geproduceerd. Na bevruchting van de macrogamonts door de microgameten (i) ontwikkelen zich oöcysten (j, k) die in de geïnfecteerde gastheer sporuleren. Er worden twee verschillende soorten oöcysten geproduceerd, de dikwandige, die gewoonlijk door de gastheer wordt uitgescheiden (j), en de dunwandige oöcyst (k), die voornamelijk betrokken is bij auto-infectie. Oöcysten zijn infectieus bij uitscheiding, zodat directe en onmiddellijke fecale-orale overdracht mogelijk is.