Een 43-jarige vrouw werd in december 2013 opgenomen op de afdeling geneeskunde van het Indira Gandhi Medical College Shimla, Himachal Pradesh, India. Ze presenteerde zich met pijnloze vergrote aderen op haar buik sinds drie maanden. Onderzoek toonde aan dat er sprake was van sterk verwijde, slangachtige kronkelige aderen op de voorste buikwand rond de navel, met de bloedstroom weg van de navel. Op basis van het onderzoek werd de diagnose caput medusae gesteld (Fig. A). De patiënt bleek gecompenseerde cirrose te hebben als gevolg van chronische hepatitis B-infectie en had graad 3 oesofageale varices. Een abdominale computertomografische scan toonde gerekanaliseerde navelader met collateralen die zich uitstrekten tot de buikwand (Fig.B). De slokdarmvarices werden behandeld met endoscopische variceseligatie (EVL). Patiënt werd gestart met tenofovir 300 mg eenmaal daags. De patiënt werd niet meer opgevolgd.
Grote caput medusae over anterior abdomen wall. (B). Axiale computertomografie (CT) abdomen toont subcutane collaterale aderen op de voorste buikwand communicerend met umbilicale ader ondoorzichtig gemaakt door radiocontrast (pijl). Ook is links een vergrote milt te zien.
Caput medusae is een van de kardinale kenmerken van portale hypertensie. Het verschijnsel is te wijten aan cutaneuze portosystemische collateraalvorming tussen opgezwollen paraumbilicale venen die vanuit de navel over de buik uitstralen om zich bij de systemische venen aan te sluiten. Bloed uit het portale veneuze systeem wordt via de naveladers naar de buikwandaders geleid, die zich manifesteren als de caput medusae. Voor deze aandoening is geen specifieke behandeling vereist. Deze aandoening komt tegenwoordig in de klinische praktijk nog maar zelden voor, omdat portale hypertensie eerder wordt gediagnosticeerd en behandeld.