Tot in de 16e eeuw legden religieuze ordes in de westerse wereld eeuwigdurende en plechtige geloften af. In 1521 stond paus Leo X toe dat tertiarissen van religieuze ordes eenvoudige geloften aflegden en een actiever leven leidden, gewijd aan liefdadigheidswerk. Deze bepaling werd door Paus Pius V in 1566 en 1568 verworpen. Vroege pogingen van vrouwen zoals Angela Merici, stichteres van de Ursulinen (1535), en Jane Frances de Chantal, stichteres met Francis de Sales van de Visitatiezusters (1610), werden een halt toegeroepen omdat het klooster door de kerkelijke autoriteiten werd opgelegd.:1194
Tot in de 17e eeuw stond de kerkelijke gewoonte niet toe dat vrouwen het klooster verlieten als zij de religieuze geloften hadden afgelegd. Vrouwelijke leden van de bedelorden (Dominicanessen, Augustinessen, Karmelietessen en Clarissen) bleven hetzelfde besloten leven leiden als leden van de kloosterorden. Het werk van de religieuze vrouwen bleef beperkt tot wat binnen de muren van een klooster kon worden uitgevoerd, hetzij onderwijs geven aan studenten in het klooster, hetzij zieken verplegen in ziekenhuizen die aan het klooster waren verbonden.
Mary Ward was een vroege voorstander van vrouwen met religieuze geloften die een actief leven leidden buiten het klooster, gebaseerd op het apostolische leven van de Jezuïeten. Er was geen afzondering, geen gemeenschappelijk reciteren van de getijden, en geen religieus habijt. In 1609 stichtte zij een religieuze gemeenschap in Saint-Omer en opende zij meisjesscholen. Haar inspanningen leidden tot de oprichting van het Instituut van de Heilige Maagd Maria of Zusters van Loreto (IBVM). Haar congregatie werd in 1630 opgeheven, maar bleef in sommige landen in verschillende vormen bestaan.
Andere vrouwencongregaties met eenvoudige geloften bleven gesticht worden, soms met de goedkeuring van plaatselijke bisschoppen. Vincent de Paul stond erop dat de door hem gestichte Dochters der Liefde van Sint Vincent de Paul geen ander klooster zouden hebben dan het ziekenhuis, geen andere kapel dan de parochiekerk, en geen ander klooster dan de straten.:1194 Zij vernieuwen jaarlijks hun geloften. In de 19e eeuw kwamen er steeds meer vrouwencongregaties die zich bezighielden met onderwijs, godsdienstonderricht, medische en sociale werkzaamheden en missiewerk in Afrika en Azië.:1101 Na bijna drie eeuwen gaf paus Leo XIII in 1900 met zijn constitutie Conditae a Christo zijn goedkeuring aan deze congregaties met eenvoudige geloften.