De ziekte van Alzheimer (AD) gaat gepaard met een verlies van cholinerge neuronen, wat resulteert in ernstige geheugenstoornissen en onomkeerbare aantasting van de cognitieve functie. Het centrale cholinerge systeem is betrokken bij de werking van algemene anesthesiemiddelen. De modulatie van de cholinerge transmissie door anesthetica heeft ingrijpende gevolgen voor de hersenfunctie via een cascade van synaptische en postsynaptische gebeurtenissen door binding van zowel nicotine- als muscarinereceptoren. Tijdens algemene anesthesie vergemakkelijken de vermindering van de afgifte van acetylcholine en de depressie van de cholinerge transmissie de gewenste effecten van algemene anesthetica, zoals verlies van bewustzijn, pijn, vrijwillige bewegingen en geheugen. Vanuit dit oogpunt vormen patiënten met AD, die worden gekenmerkt door een gecompromitteerde neuronale transmissie, bijzondere gevallen waarin de keuze van anesthesiemedicijnen een negatief effect kan hebben op het postoperatieve resultaat. Een toekomstige uitdaging kan de identificatie zijn van hersendoelen van algemene anesthetica die patiënten niet blootstellen aan postoperatieve cognitieve disfunctie, noch interfereren met de prognose van hersendegeneratieve ziekten.