Slag bij de Milvische brug en opkomst van het christendom

Op de ochtend van 28 oktober 312 vond een beslissende slag plaats tussen de toekomstige Romeinse keizer Constantijn en Maxentius bij de Milvische brug over de rivier de Tiber, niet ver van Rome. De slag volgde op talrijke politieke intriges in de Tetrarchie en verscheidene militaire confrontaties. Door het winnen van de Slag bij de Milviaanse Brug werd Constantijn niet alleen de enige heerser van het Rijk, maar werd ook de plaats van het Christendom als officiële godsdienst verstevigd.

Het einde van de Tetrarchie

Nadat Diocletianus het Romeinse Rijk in 298 in drieën had gedeeld, werd elk van de drie gebieden toegewezen aan een afzonderlijke dominus en bestuurden zij allen tezamen het enorme rijk. In 306 kwamen de westelijke delen van het rijk onder het bewind van Constantijn. Hij was de dominus van Brittannië, Gallië en het Iberisch schiereiland. De zuidoostelijke heerschappijen stonden onder het bewind van Maxentius, en de oostelijke landen werden geregeerd door Licinius.

In 312 was er al een vete tussen de twee heersende keizers, Maxentius en Constantijn, in gang gezet. Maxentius, die ook een zwager van Constantijn was, beweerde dat de ander verantwoordelijk was voor de dood van Maximianus – de vader van Maxentius. Op wraak belust, besloot Maxentius een veldtocht te beginnen en Constantijn uit zijn positie als heerser over het West-Romeinse Rijk te verwijderen.

Initiële bewegingen van de legers

Constantijn wachtte niet op Maxentius om te komen vechten, maar volgde het advies van zijn eigen entourage op. In plaats van zich voor te bereiden op de verdediging, nam hij alleen het offensief en rukte op naar Rome. Maxentius’ populariteit en steun in zijn delen van het Rijk bleken zo broos dat er niet veel weerstand was tegen de opmars van Constantijn. Het doorkruisen van het grondgebied van de Italiaanse steden was meer dan gemakkelijk voor hem, want niemand probeerde zijn opmars naar Rome te stoppen. Na enkele kleine schermutselingen bevond Constantijn zich reeds onder de muren van Rome.

Niettemin waren de strijdkrachten van de westelijke heerser aanzienlijk kleiner dan die van zijn vijand. Maxentius had ongeveer 120.000 man, terwijl de troepen van Constantijn ergens rond de 90.000 tot 100.000 man telden.

Maxentius was niet alleen groter in aantal dan Constantijn, maar hij had ook de zwaar versterkte stad Rome in handen, met muren die geruime tijd bestand waren tegen aanhoudende aanvallen. Kennelijk waren Maxentius’ kansen op de overwinning vanuit tactisch oogpunt beter dan die van zijn vijand. Zijn slechte reputatie en de snel verdwijnende steun van het keizerrijk veranderden echter alles.

De reden waarom Maxentius de veiligheid van de stadsmuren opgaf, is nog steeds onderwerp van discussie. Zelfs na zich op een belegering te hebben voorbereid, was er iets – misschien iets dat hij als een profetie of een voorteken zag – dat hem de stad deed verlaten. Anderzijds bestaat de mogelijkheid dat hij voor een openlijke strijd koos om de gunst en het respect van het keizerrijk terug te winnen.

Constantijn die het Heilig Symbool van het Christendom ziet
Constantijn die het Heilig Symbool van het Christendom ziet

Met deze omstandigheden koos Maxentius de plaats voor de veldslag waarvan hij dacht dat die gunstig voor hem zou zijn – de Milvische Brug. De brug zelf droeg een van de belangrijkste wegen naar Rome en was gebouwd over de rivier de Tiber. Maxentius dacht zeker dat zijn numerieke superioriteit en goede positionering alles waren wat hij nodig had, maar hij had er weinig tot geen idee van dat het wapen van Constantijn veel effectiever was.

De dag vóór de Slag bij de Milviaanse Brug wordt verondersteld van grote betekenis te zijn voor het christelijk geloof. Keizer Constantijn beweerde een visioen te hebben gehad waarin hij het christelijke kruis zag en de woorden “In hoc signo vinces” – oftewel “In dit teken, verover”. Vóór de slag deelde de keizer deze belofte van een grote overwinning mee aan zijn mannen, die onmiddellijk gemotiveerd werden door het visioen van hun leider, en zelfs kruisen op hun schilden schilderden. Constantijn had nu niet alleen goed ervaren mannen aan zijn zijde, maar hij werd ook gesterkt door deze overtuigingen.

De Slag bij de Milvische Brug

Slag bij de Milvische Brug door Le Brun
Slag bij de Milvische Brug door Le Brun

Op 28 oktober raakten de legioenen van Constantijn en Maxentius slaags. De legioenen van Constantijn drongen de troepen van Maxentius terug nadat deze laatste had geprobeerd de rivier over te steken.

Maxentius had nu geen ruimte meer om te hergroeperen, en met zijn manschappen ontredderd op de oever van de rivier maakten zij geen schijn van kans om het oprukkende leger van Constantijn effectief af te slaan.

Constantijn stuurde zijn cavalerie om de ruiters van de verdedigers terug te slaan. De bereden eenheden van Maxentius werden snel gebroken en Constantijn’s infanterie rukte op om het karwei af te maken. Hoewel de mannen die voor Maxentius vochten dapper strijd leverden, konden zij de krachtige aanval niet weerstaan en begonnen steeds meer terrein te verliezen. Met de rug van zijn leger naar de rivier, besloot Maxentius te proberen zich los te maken in de richting van Rome.

Echter, er was maar één manier waarop hij naar de stad kon terugkeren. Hij moest over een brug die als tijdelijke maatregel naast de Milviaanse was gebouwd, nadat de hoofdbrug tijdens de gevechten was beschadigd.

20141028130413-Milvbruck
Afbeelding van het terugtrekkende leger.

De terugtocht verliep niet zoals Maxentius hoopte, want Constantijns legioenen slachtten zijn manschappen genadeloos af terwijl ze wanhopig probeerden over te steken. Helaas voor de troepen van Maxentius stortte de tijdelijke brug onder hun voeten in. Degenen die niet verdronken nadat de brug het begaf, werden gedood of gevangen genomen.

Aangenomen wordt dat Maxentius stierf tijdens zijn eigen ongeorganiseerde terugtocht. Volgens de bronnen is hij in de Tiber verdronken, van zijn paard geworpen, of al zwemmend naar de andere oever.

Het Edict van Milaan

Constantijn kwam op 29 oktober triomfantelijk de stad Rome binnen als de enige leider van het Romeinse Rijk. In 313 verklaarden Constantijn en Licinius dat de christenen hun godsdienst vrij konden uitoefenen binnen het rijk zonder vrees voor vervolging. Dit stond bekend als het Edict van Milaan en na deze gebeurtenis werd het christendom een beschermde godsdienst in de landen van het Romeinse Rijk.

Plaats een reactie