Achtergrond: Ongeveer 70-80% van de patiënten met angstsyndromen lijdt aan depressie. Stemmingswisselingen waaronder hypomanie, cyclothymie en hyperthymie zijn beschreven bij 40-50% van de patiënten met een depressie. Er is een groeiende literatuur dat dergelijke variabiliteit ook kenmerkend zou kunnen zijn voor angststoornissen. Het doel van deze studie was het visueel documenteren en kwantificeren van stemmingsvariabiliteit bij patiënten met angststoornissen.
Methoden: Twintig patiënten met angststoornissen en 22 normale controlepersonen vulden twee visuele analoge schalen (VAS) in op depressieve stemming en hoge stemming, twee keer per dag gedurende 14 dagen. De Beck Depression Inventory en de Altman Self-Rating Mood Scale werden gebruikt voor gelijktijdige validiteit.
Resultaten: Op de VAS vertoonden de patiënten hogere niveaus van depressieve en hoge stemmingen, en grotere stemmingsvariabiliteit dan de controles. De variabiliteit van depressieve en hoge stemmingen was sterk gecorreleerd.
Beperkingen: Dit was een relatief kleine steekproef uit een enkel centrum. De patiënten werden gemakshalve geselecteerd en waren onder behandeling. De controlepersonen werden niet ondervraagd.
Conclusies: Subsyndromale stemmingsvariabiliteit bij patiënten met angststoornissen kan visueel worden weergegeven en gekwantificeerd. De stemmingsvariabiliteit van patiënten met angststoornissen die ook klagen over stemmingswisselingen is groter dan de stemmingswisselingen beschreven door normale proefpersonen.