Over the past decade, the feature-oriented regional modeling methodology has been developed and applied in several ocean domains, including the western North Atlantic and tropical North Atlantic. Deze methodologie is modelonafhankelijk en kan worden gebruikt met of zonder satelliet- en/of in-situ-waarnemingen. Hier ontwikkelen we nieuwe, op kenmerken gerichte modellen voor de oostelijke Noordelijke Stille Oceaan van 36° tot 48°NB – in wezen het grootste deel van de regionale oostelijke grensstroom. Dit is de eerste keer dat feature-modellering is toegepast op een complex oostelijk grensstroomsysteem. Als voorwaarde voor het modelleren van de kenmerken wordt eerst een overzicht gegeven van de belangrijkste kenmerken van de complexe circulatie in het Californische stromingssysteem (CCS). Deze beschrijving is gebaseerd op de huidige kennis van de kenmerken en hun dominante ruimte- en tijdschalen van variabiliteit. Een synergetische configuratie van circulatiekenmerken die met elkaar interageren op meerdere en soms overlappende ruimte- en tijdschalen als een meander-eddy-upwelling-systeem wordt gepresenteerd. De tweede stap is het definiëren van het op kenmerken georiënteerde regionale modelleringssysteem (FORMS). De belangrijkste circulatiekenmerken op meerdere schalen omvatten de gemiddelde stroming en de zuidoostwaarts meanderende jet(s) van de Californische Stroom (CC), de poolwaarts stromende Californische Onderstroom (CUC), en zes upwelling-gebieden langs de kustlijn. Vervolgens worden de typische synoptische breedte, locatie, verticale omvang en kernkarakteristieken van deze kenmerken en hun dominante variatieschalen geïdentificeerd op basis van waarnemingsstudies uit het verleden, theoretische studies en modelstudies. De geparametriseerde kenmerken worden vervolgens samengevoegd met de klimatologie, in situ en door teledetectie verkregen gegevens, voor zover beschikbaar.
De methodologie wordt hier geïllustreerd voor initialisatie van primitieve-vergelijkingsmodellen. Dynamische simulaties worden uitgevoerd als nowcasts en korte-termijn (4-6 weken) voorspellingen met gebruikmaking van deze feature-modellen (FM) als initiële velden en het Princeton Ocean Model (POM) voor de dynamiek. De reeks simulaties over een periode van 40 dagen illustreert de toepasbaarheid van FORMS op een voorbijgaand oostelijk grensstroomgebied zoals de CCS. Er worden vergelijkingen gemaakt met simulaties die alleen op basis van klimatologie zijn geïnitialiseerd. De FORMS-benadering verhoogt de vaardigheid in verscheidene factoren, waaronder de: (i) behoud van de laag-zout pool in de kern van de CCS; (ii) weergave van wervel activiteit in de kust van de kustovergangszone; (iii) realistische wervel kinetische energie evolutie; (iv) subsurface (tussendiepte) mesoschale evolutie; en (v) diepe polaire stromingsevolutie.