Prologue
Aphrodite was de godin van de liefde, en zij was de magneet voor verschillende mannen. Maar slechts één werd haar echtgenoot…
Verhaal
Het was een van de beste dagen op de berg Olympus. Iris controleerde het weer, en ze maakte een regenboog aan de hemel. Persephone en Antheia besloten om in de velden te gaan huppelen, en Antheia riep haar mede Dryaden, en zij draaiden het bos uit, en zij plukten bloemen met haar.
Vandaag was ook een ongeluksdag voor Aphrodite. Zeus besloot haar een aanzoek te doen, omdat hij de god van de bliksem was en de koning van de Olympiërs. Natuurlijk mocht ze hem niet afwijzen, maar ze liet haar hart spreken.
“Aphrodite! Daar ben je.” Riep hij, haar achterna rennend en aan haar voeten vallend. “Ik weet dat dit misschien plotseling klinkt, maar wil je met me trouwen?” Vroeg Zeus, met een ‘ik weet dat je het zult doen’-gezicht.
“Het spijt me, Zeus, maar nee. Ik liet mijn hart spreken, en dit is wat het te zeggen had.” antwoordde ze. Zeus liet zijn diamanten ring en mooie bloemen vallen, en brulde: “DAAR ZUL JE SPIJT VAN KRIJGEN!” Aphrodite had geen idee wat hij bedoelde. Toen was er een lichtflits.
“Wa-Waar ben ik?” vroeg Aphrodite zich af. “Neemt gij, Aphrodite, Hephaestus tot uw echtgenoot?” vroeg Zeus. “Ik d-d-doe!” mompelde Aphrodite, alsof de woorden haar mond beheersten. “En neem jij, Hephaestus, deze lieftallige dame, Aphrodite tot je vrouw?” “JA!!!” Hephaestus schreeuwde alsof hij zojuist goud had gewonnen.
“NEE!!!!!!!” Aphrodite snikte.
Het uiterlijk van Hephaestus beviel haar helemaal niet. Hij was te mager, lelijk en vervelend.
“Ik kan niet wachten! We kunnen samen metaal snijden, en ik kan alles voor je maken wat je maar wilt.” Hephaestus snoof. Aphrodite keek uit het raam, en zag Callilope, de Muze van de poëzie, de leidster van de Muzen en de Muze van Homerus, picknicken met haar man, Ares. Aphrodite werd knalrood.
“Ik hoop dat het niet nog erger wordt…” Zei Aphrodite tegen zichzelf. Maar ze had het mis, zij en Ares waren al getrouwd, en ze stonden voor haar neus te zoenen. Ze voelde zich gebroken en wilde naar buiten stormen om Ares terug te halen, maar Zeus’ betovering hield haar in bedwang, alsof kettingen aan haar trokken.
Aphrodite moest een uitweg zien te vinden, dus vroeg zij Hecate, de godin en Titaan van de magie. Zij wist dat Hecate een spreuk moest vinden om de vloek te verbreken.
“Neem me niet kwalijk?” vroeg Aphrodite terwijl ze Hecate zocht op de Onsterfelijke Markt. “Ja, liefje? Ik voel dat je een vloek verbreker nodig hebt, heb ik gelijk? Wel, ik heb precies de spreuk voor jou!” Hecate voorspelde Aphrodite dat ze het goed zou raden omdat ze magisch was.
“Laat deze vloek verdwijnen,
Van deze mooie godin,
Gelieve te gehoorzamen.” zong Hecate. Aphrodite wist niet dat er zo’n spreuk bestond. Het was het proberen waard, dat wel. Aphrodite besloot Ares te zoeken. “Aphrodite! Kom terug!” riep Hephaestus. Hij wist dat ze naar Hecate was gegaan en verwachtte dat ze terug zou komen. Zij vluchtte om Ares te zoeken.
“Ares? Ares! Waar ben je?” riep Aphrodite, terwijl ze door de weelderige groene bossen dwaalde. Op dat moment schoot er een pijl uit het niets. “Oh! Aphrodite, ik heb je al een tijdje niet meer gezien!” zei Ares, terwijl hij uit een boom sprong en zijn kruisboog neerlegde. Tot nu toe had Zeus’ spreuk geen effect op haar.
“Dus, getrouwd met Calliope? Ik heb gehoord dat ze…aardig is.” Zei Aphrodite. “Je hoeft niet te liegen, Aphrodite, ik kan zien dat je haar niet mag,” zei Ares. “Ik ook niet echt. Ik mag jou wel.” Aphrodite bloosde. “Kunnen we dit geheim houden?” Vroeg ze. “Afgesproken,” zei Ares, wetend dat hun aan-en-uit-relatie weer aan de gang was, ongeacht Callilope’s kennis hieromtrent. ZIJ BEDREVEN DE HELE NACHT DE LIEFDE