Doel: Het bieden van de eerste uitgebreide analyse van de Twitterverse onder academische urologen en programma’s in Noord-Amerika.
Methoden: Met behulp van nationale accreditatie en individuele programma websites, werden alle actieve urologie residency programma’s (VS en Canada) en academische urologie faculteit bij deze programma’s geïdentificeerd. Demografische gegevens voor elk programma American Urological Association sectie, resident klassengrootte) en arts (titel, fellowship opleiding, Scopus Hirsch index en citaties) werden gedocumenteerd. Twitter metrics (Twitter handle, datum lid, # tweets, # followers, # following, likes) voor programma’s en artsen werden gecatalogiseerd (data capture: maart-april 2019). Beschrijvende analyses en temporele trends in Twitter-gebruik onder programma’s en artsen werden beoordeeld. Multivariabele logistische regressie werd gebruikt om voorspellers van Twitter-gebruik te identificeren.
Resultaten: In totaal werden 156 academische programma’s (143 VS, 13 Canada) en 2214 academische faculteiten (2015 VS, 199 Canada) geïdentificeerd. Het Twitter-gebruik is momenteel 49,3% en 34,1% onder respectievelijk opleidingen en artsen, en blijft toenemen. Bij multivariabele analyse hadden programma’s met 3-5 coassistenten/jaar en programma’s met een hoger percentage Twitter-engagement van de faculteit meer kans om Twitter-accounts te hebben. Vanuit het perspectief van de arts hadden degenen met een fellowship-opleiding, een lagere academische rang (klinisch instructeur, assistent-professor, universitair hoofddocent versus hoogleraar) en hogere H-indices meer kans om individuele Twitter-accounts te hebben.
Conclusie: Er is een gestage toename van Twitter-engagement onder Urologie-programma’s en academische artsen. Twittergebruik door faculteiten is een belangrijke drijfveer voor Twitter-engagement bij programma’s. Twitter sociale media activiteit is sterk geassocieerd met academische productiviteit, en kan in feite de academische metriek sturen. Binnen de Urologie lijkt de aanwezigheid in sociale media evenredig te zijn met academische activiteit.