Verklaring van Pillnitz, gemeenschappelijke verklaring uitgegeven op 27 augustus 1791 door de Heilige Roomse Keizer Leopold II en Koning Frederik Willem II van Pruisen, waarin de Europese mogendheden werden aangespoord zich te verenigen om de monarchie in Frankrijk te herstellen; de Franse Koning Lodewijk XVI was tijdens de Franse Revolutie teruggebracht tot een constitutioneel monarch. De Franse regering vatte dit grotendeels op als een bedreiging van haar soevereiniteit, en er volgde een reeks provocaties die culmineerden in een Franse oorlogsverklaring aan Oostenrijk (waarover Leopold regeerde) in april 1792.
De Franse Revolutie werd met vrees begroet door veel Europese leiders, die onrust in hun eigen land vreesden. Monarchen maakten zich vooral zorgen toen Lodewijk XVI in 1789 gedwongen werd het gezag van de pas uitgeroepen Nationale Vergadering te aanvaarden. Ongelukkig als constitutioneel vorst maakte hij zich schuldig aan allerlei dubbelzinnigheden, en in juni 1791 probeerde hij naar Varennes te ontsnappen, maar werd vervolgens gevangen genomen. Twee maanden later ontmoetten Leopold en Frederik Willem elkaar in Pillnitz, Saksen (nu in Dresden, Duitsland). Beiden waren bezorgd over de mogelijke verspreiding van de revolutie, en zij stonden ook onder sterke druk van Franse émigrés om in te grijpen. Bovendien was Leopold de broer van Lodewijks vrouw, Marie Antoinette, wier veiligheid twijfelachtig was. Deze zorgen brachten de twee mannen ertoe een verklaring van vijf zinnen uit te geven waarin zij verklaarden “dat zij de situatie waarin de koning van Frankrijk zich thans bevindt, beschouwen als een zaak van gemeenschappelijk belang voor alle Europese vorsten”. Zij riepen deze mogendheden op om “de meest efficiënte middelen te gebruiken… om de koning van Frankrijk in een positie te brengen waarin hij volledig vrij is om de grondslagen van een monarchale regering te consolideren.”
De verklaring was grotendeels symbolisch, aangezien Oostenrijk en Pruisen alleen beloofden troepen te sturen als alle grote Europese leiders tussenbeide zouden komen, wat hoogst onwaarschijnlijk was. In feite had Leopold de proclamatie met opzet zo geformuleerd dat een oorlog werd vermeden. In plaats daarvan hoopten hij en Frederik Willem zowel de emigranten te sussen als de Franse revolutionairen te intimideren om een meer verzoenend beleid te voeren. In Frankrijk werd het echter grotendeels gezien als een bedreiging voor de revolutie, en het leidde tot verdere radicalisering. Hoewel Leopold de verklaring later introk, bleven de spanningen toenemen. Zo annexeerde de Assemblée Nationale in september 1791 de pauselijke gebieden Avignon en de Comtat-Venaissin. In februari 1792 sloten Oostenrijk en Pruisen een defensief bondgenootschap.
Op 20 april 1792 verklaarde Frankrijk Oostenrijk de oorlog, waarmee de eerste van een aantal Franse revolutionaire oorlogen begon die Europa bijna een decennium lang in hun greep hielden. Een van de belangrijkste ontwikkelingen van deze conflicten was het aan de macht komen van de Franse generaal Napoleon Bonaparte, die in 1804 keizer van Frankrijk werd.