Terwijl u leest over COPD, is het handig om deze veelgebruikte termen te begrijpen.
Bronchodilator. Een type COPD-medicijn dat wordt gebruikt om de spieren rond de luchtwegen in de longen te ontspannen, waardoor de luchtwegen zich kunnen openen en uitzetten.
Chronische bronchitis. Een aandoening waarbij de luchtwegen in de longen ontstoken raken, waardoor u hoest en meer slijm produceert dan gewoonlijk. De symptomen kunnen sommige dagen erger zijn dan andere.
Clinisch onderzoek. Een onderzoek bij mensen om specifieke vragen te helpen beantwoorden over de effectiviteit van nieuwe therapieën, vaccins of diagnostische procedures, of nieuwe manieren om gevestigde behandelingen te gebruiken.
Comorbiditeit. Wanneer twee of meer chronische ziekten of aandoeningen tegelijkertijd in uw lichaam aanwezig zijn.
COPD. Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) is een progressieve longaandoening die uw vermogen om te ademen aantast en chronische bronchitis, emfyseem, of beide omvat.
Eemfyseem. Een ziekte die de luchtzakjes in de longen beschadigt.
Exacerbatie. Een opflakkering of verergering van de COPD-symptomen. Er zijn veel tekenen en symptomen van een exacerbatie, en ze kunnen mild, matig, of ernstig zijn.
Spirometrie. Een ademtest waarbij u in een speciale buis blaast om uw longfunctie te meten (hoe goed uw longen werken). Het laat zien hoeveel lucht u in en uit uw longen ademt, en hoe snel u de lucht kunt uitblazen.