Almandine, een van de twee halfedelstenen: een violetkleurige variëteit van robijnspinel (q.v.) of ijzer-aluminiumgranaat, de meest voorkomende van de granaten. De granaatsoorten, vaak kristallen, bevatten tot 25 % grossulaat of andradiet en zijn meestal bruinrood; de steen van edelsteenkwaliteit is dieprood en enigszins purper. Almandijn, de zogenaamde edelgranaat, wordt het meest gefacetteerd voor ringen. Cabochongeslepen (rond, bol gepolijst oppervlak), dieprode almandijn wordt karbonkel genoemd; de basis is vaak uitgehold om de kleur lichter te maken. Wanneer rutielnaalden in de almandijn zijn opgenomen, vertonen de cabochons vaak een asterisme met vier stralen (stervormige figuur).
Amandijn wordt gewoonlijk gevonden gemengd met zowel pyrope als spessartijn. Het komt voor in metamorfe gesteenten, waar de aanwezigheid ervan de graad van metamorfisme aangeeft. Het komt ook voor in granieten en tonalieten. Voor gedetailleerde chemie en voorkomen, zie granaat.