Colluvium is een deel van het regolith (q.v.: zie ook onder ” Hoofd “), d.w.z. de oppervlakkige mantel van ongeconsolideerd steengruis en grond aan het aardoppervlak. Specifiek is colluvium dat deel dat bestaat uit heterogene materialen van om het even welke korrelgrootte die zich ophopen op de lagere delen of de basis van hellingen (Hilgard, 1892; Merrill, 1897). Het wordt daarheen getransporteerd door de zwaartekracht, door bodemkruip (q.v.) in vochtige streken, door plaaterosie, regenwater (q.v.) en modderstromen in semi-aride gebieden, en door solifluctie (q.v.) in streken die (nu of in het late Pleistoceen) onderhevig zijn aan de vries-dooiprocessen van periglaciale landschappen (q.v.). Colluvium kan worden vergeleken met eluvium , restmateriaal gevormd door verwering ter plaatse.
Dus colluvium bevat vaak grond, maar enigszins getransporteerd van zijn genetische site. Tegelijkertijd is het waarschijnlijk vermengd met keien die nog bewaard zijn gebleven in het eluvium of saproliet (het ter plaatse verrotte gesteente), met door vorst aangetaste gesteentefragmenten van de hoger gelegen hellingen,…