Sutler

Deze kooplieden volgden vaak de legers tijdens de Franse en Indiaanse Oorlog, de Amerikaanse Revolutie, de Amerikaanse Burgeroorlog en de Indiaanse Oorlogen, om hun waren aan de soldaten te verkopen. Over het algemeen bouwden de handelaren hun winkels binnen de grenzen van een legerpost of net buiten de verdedigingslinie, en moesten zij voor de bouw een vergunning van de commandant krijgen. Zij waren, bij uitbreiding, ook onderworpen aan zijn voorschriften. Zij opereerden vaak in de buurt van de frontlinies en hun werk kon gevaarlijk zijn; ten minste één sutler werd tijdens de burgeroorlog gedood door een verdwaalde kogel. Een typische transactie met een sutler wordt gedramatiseerd in het derde hoofdstuk van MacKinlay Kantor’s Pulitzer Prize winnende roman “Andersonville” (1955).

Sutlers, vaak de enige plaatselijke leveranciers van niet-militaire goederen, ontwikkelden vaak monopolies op essentiële goederen zoals alcohol, tabak, koffie, of suiker en verwierven zo een machtige positie. Aangezien door de overheid uitgegeven munten schaars waren tijdens de Burgeroorlog, voerden de sutlers vaak transacties uit met behulp van een bepaald type munt uit de Burgeroorlog, bekend als een sutlerpenning.

Sutlers speelden een belangrijke rol in de recreatie van legermensen tussen 1865 en 1890. Sutlers ‘winkels buiten militaire posten waren meestal ook open voor niet-militaire reizigers en bood gokken, drinken, en prostitutie.

In modern gebruik, sutler vaak beschrijft bedrijven die periode uniformen en leveringen aan reenactors, met name aan de Amerikaanse Burgeroorlog reenactors. Deze bedrijven spelen vaak de rol van historische sutlers terwijl ze zowel historische als hedendaagse goederen verkopen op reenactments.

Plaats een reactie