De historische studie van het gezin is later begonnen in de “Derde Wereld” dan in Europa en Noord-Amerika, en het verband tussen kolonialisme en gezinsstructuren in de gekoloniseerde of voorheen gekoloniseerde landen is niet grondig onderzocht. In dit nummer hebben wij voorbeelden gekozen uit Afrika, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, gedeeltelijk omdat het belang van mensen met een Afrikaanse achtergrond in beide continenten een zeker verband verschafte. Het belangrijkste verband was echter het feit dat alle onderzochte culturen te kampen hadden met christelijk-Europese gezinsnormen en met de waarden van de kolonisatoren. De doelstellingen, vormen en historische omstandigheden van de koloniale situatie waren in alle onderzochte gevallen zeer verschillend. Wanneer de veranderende omstandigheden de traditionele verwantschapsbanden minder betrouwbaar of minder werkbaar maakten, wendden de mensen zich tot alternatieve instellingen zoals gynaegamie of gendergroepen. Als er één conclusie kan worden getrokken uit alle onderzochte gevallen, dan is het wel dat gekoloniseerde samenlevingen de mogelijkheid hadden om een verscheidenheid aan familievormen te gebruiken naarmate zij zich aanpasten aan nieuwe situaties.