De vijg is een van de oudste fruitsoorten die in het Middellandse Zeegebied worden geteeld. Tegenwoordig is ze wijdverspreid in warme en droge klimaten over de hele wereld, met Turkije als voornaamste producent. De vijgenboom kan tot twee oogsten per jaar voortbrengen, afhankelijk van de vijgensoort, maar de oogsten kunnen verschillen in kwaliteit. Vijgen kunnen vers worden gegeten, gedroogd, of verwerkt tot verschillende producten. Vijgen smaken zoet door hun hoge gehalte aan suikers en hun lage gehalte aan organische zuren. Het fenolgehalte is middelmatig, en hoger bij de rode cultivars, die een hoog gehalte anthocyanen bevatten. In vergelijking met andere vruchten is het gehalte aan totale carotenoïden in de vijg vrij laag en vooral geconcentreerd in de schil van de vrucht. Vijgen kunnen het gemakkelijkst worden bewaard door ze te drogen. De traditionele methode van drogen in de zon levert producten van uiteenlopende kwaliteit op. Automatische luchtdroging heeft verschillende voordelen en levert vruchten op met een hoog suikergehalte en een hoog totaal fenolgehalte. Anderzijds gaan tijdens het droogproces enkele pigmenten verloren, met name anthocyanen en carotenoïden. Vanwege het hoge gehalte aan heilzame stoffen in verse of gedroogde vijgenvruchten, moet de consumptie ervan worden aangemoedigd als een potentieel gezond alternatief voor zoetigheden.